Dat Tom en Jerry elkaar de hersens inslaan, heeft invloed

Nieuwsbrief
TV-geweld
2002 nr. 2

naar hoofdmenu naar inhoudsopgave info over de werkgroep naar reactieformulier

Naam: Cor Crans Leeftijd: 52 jaar Nationaliteit: Nederlandse Beroep: coordinator van het Nederlands Film Instituut en het Media Expertise Centrum, parttime leraar maatschappijleer op het Stedelijk Dalton Lyceum Dordrecht Wil: dat kijkkunde op de politieke agenda komt, zodat kinderen en ouders bewust leren omgaan met de media.

Als ik internet gebruik, gebruik ik altijd een verzonnen naam of een bijnaam die niets over mij onthult. Ik open geen e-mail, bestanden, links, illustraties of spelletjes van mensen die ik niet ken of vertrouw. Ik maak geen afspraak voor een ontmoeting met een vriend die ik ken van het internet tenzij een van mijn ouders ervan afweet en erbij aanwezig is.'

Cor Crans heeft deze voorbeelden van goed mediagebruik opgedoken in Canada. 'Daar zijn ze tien jaar verder', stelde hij tijdens een studiereis vast. 'De Canadezen hebben een 'media awareness netwerk' dat zich uitstrekt over scholen, ouders, bibliotheken en gezondheidscentra, en allemaal met steun van de overheid.'

Cor Crans is betrokken bij een initiatief van vier ouderorganisaties die in Nederland een onafhankelijk instituut willen opzetten op het gebied van kind en media: het Media-expertisecentrum voor Ouders. De vier landelijke organisaties voor ouders in het onderwijs - LOBO, NKO, Ouders & Coo en VOO - willen de leemte opvullen die in hun ogen is ontstaan na de zelfregulering in de mediabranche. Wat de organisaties betreft moet de deskundigheid bij zowel ouders als kinderen worden vergroot.

Dat is in Nederland hard nodig, stelt Crans. 'Een kind dat leert zwemmen, begint nooit in een zwembad dat twee meter diep is. Maar als het om media gaat, gooien wij de kinderen in het diepe. Want: "Er zit toch een knop op de tv". Maar dan is het kwaad soms al geschied.'

Onder de titel Gruwelijk wreed? ...Just for fun! organiseert Crans in samenwerking met de vier ouderorganisaties en Unicef Nederland op 20 november een conferentie in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag over jongeren en de invloed van media. De dag is niet toevallig gekozen. Crans: 'Het is de officiële dag van de rechten van het kind. Kinderen hebben recht op onathankelijke media, maar ook op de kennis hoe daar goed mee om te gaan.'

Bij de gebruikers van de media is te weinig kennis over de invloed van de media. Dat varieert van ouders die zelf niet beseffen wat hun kinderen op het internet uitspoken tot kinderen die kritiekloos naar films en tv-programma's kijken.

Als oud-directeur van de opgeheven Nederlandse Filmkeuring wil Crans niet rancuneus terugkijken op in het verleden genomen beslissingen. Maar feit blijft dat er bij de Filmkeuring veel vragen binnenkwamen over kinderen en media. 'De kijkwijzer die in plaats .van de filmkeuring is gekomen is er meer voor de leeftijdkaartjes en klachten.'

Crans laat regelmatig het woord competent vallen. 'Competent omgaan met de media is iets anders dan de tv uitzetten als er geweld te zien is. Kinderen en jongeren halen hun informatie voor een belangrijk deel uit de media. Daar is niks mis mee, maar het kan eenzijdig zijn.'
Crans heeft zijn voorbeelden paraat. Een kind van twee dat nog niet kan lezen maar 'voor wie de gouden M van McDonald's de eerste letter van het alfabet is en weet dat die M voor eten staat'.

Of de eindeloze reeks tekenfilms van Tom en Jerry. 'Dat is kindertelevisie en dus zitten kinderen vaak genoeg alleen te kijken, bijvoorbeeld als een van de ouders kookt. Maar kat en muis slaan in elke aflevering elkaar de hersens in. Dat heeft invloed, het is een gewenningsproces. Geweld op tv leidt tot gemene kinderen, want wat doe je in een conflictsituatie? Juist! Je slaat erop.'

Uit een onderzoek van Jo Groebel, directeur-generaal van het Europese Instituut voor de Media, in 1998 voor de Unesco heeft uitgevoerd, blijkt dat 38 procent van de 12-jarigen denkt dat wat ze op de televisie zien werkelijkheid is.

Als docent maatschappijleer kijkt Crans elke week met de leerlingen op school televisie. 'We hebben het over wat het beeld met je doet. Maar ook dat tv slechts een stukje van de werkelijkheid is. Dat je kijkt naar iets dat is gemaakt door iemand die ook zijn eigen werkelijkheid heeft. Begrijp me niet verkeerd. Ik wil helemaal niets verbieden, als kinderen en ook de ouders maar weten waar ze naar kijken en wat het met hen doet.'

In de samenleving moet een discussie op gang komen, vindt Crans. 'De materiële zaken zijn nu wel geregeld. We hebben meer tv-zenders dan we kunnen bekijken, we kunnen onbeperkt op internet. Na de kwantiteit is het nu tijd voor. de kwaliteit. Computeronderwijs is op de basisschool nog te veel knoppenkunde. We hopen dat we een fundamentele discussie kunnen voeren, meer de diepte in kunnen. Er moet meer kwaliteit in de samenleving.'

Doel is uiteindelijk tot een Europese organisatie te komen, want niet elk land moet eigen regeltjes opstellen. ' Al was het maar om te voorkomen dat je als toerist in Griekenland strafbaar bent als je een gameboy op zak hebt, omdat dit een onderdeeltje is van de anti-gokwetten die er zijn aangenomen.'

'Nogmaals, ik zeg niet dat ik dingen wil verbieden. Integendeel. Het beeldscherm beïnvloedt zeker de kwaliteit van ons leven. Maar laat kinderen er vooral op een verstandige manier mee omgaan.'

Uit: Volkskrant (Nanda Troost )21 oktober 2002

hoofdmenu    inhoudsopgave    de werkgroep

Updated: 25 oktober 2002