Het (beperkte) nut van de Kijkwijzer

Nieuwsbrief
TV-geweld
2002 nr. 2

naar hoofdmenu naar inhoudsopgave info over de werkgroep naar reactieformulier

Elders in de Nieuwsbrief vindt U een artikel uit de NRC van november 2001 onder de titel "Veel klachten bij de Kijkwijzer".
Hierbij valt op dat van de 155 klachten er slechts 10 hebben geleid tot een formele behandeling door de klachtencommissie van het NICAM, het vorig jaar opgerichte Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media. In acht gevallen had de klachtencommissie toentertijd uitspraak gedaan. In zes daarvan is geoordeeld dat de betrokken omroep en filmdistributeurs hun "product" een te lage classificering hadden meegegeven.

het nut ervan

Voor een juist begrip dient te worden bedacht dat het NICAM niet de doelstelling heeft om het geweld op TV, video of bioscoopfilms te beperken. Het doel is een goede classificatie, waardoor degene die gaat kijken of die zijn kinderen wil laten kijken weet wat haar of hem te wachten staat.
U kent ook wel de tekens die aangeven of geweld, seks, drugs, grove taal of angstige spanning te verwachten is.
Het NICAM classificeert niet. Dat is overgelaten aan de omroepen en filmdistributeurs zelf.
Wat het NICAM wel heeft gedaan is een systeem ontwikkelen waarmee geclassificeerd kan worden.
Als we goed zijn ingelicht, dan berust dit systeem op een vragenlijst, waarvan de antwoorden gecodeerd in een computersysteem worden gebracht, waaruit dan automatisch de verlangde classificatie te voorschijn komt.
Het is stellig een slim systeem, temeer omdat de vragenlijsten het zorgvuldig werk zijn van maatschappijwetenschappers die hier hun beste kunnen aan hebben gewijd. Het grote belang en het nut van de classificatie is dat de kijker weet wat hij van een programma kan verwachten. Het is consumenteninformatie, zoiets als bij levensmiddelen waarbij op de verpakking de ingrediënten staan vermeld.

het beperkte nut

Over de mogelijke wenselijkheid of onwenselijkheid van geweld op de buis laat het NICAM zich überhaupt niet uit. Het voorziet kennelijk in een behoefte en wanneer er nu maar goede informatie is en er bovendien regels zijn ter bescherming van jeugdigen, dan lijkt er geen kou aan de lucht.
Is het nu zo erg, kan men redeneren, wanneer de boven-12 of -16 jarigen zich vermaken met programma's waarin geknokt wordt, doden vallen, bloederige taferelen te zien zijn?
Prof. Groebel legde op ons symposium in mei l998 uit dat sommige mensen er nu eenmaal een kick van kunnen krijgen. Geweld en het zien van geweld of het in afwachting zijn van geweld kan gepaard gaan met lustgevoelens, die veroorzaakt worden door endorfinen, stoffen die het lichaam aanmaakt tijdens zo'n situatie.
Tot zover is er nog niets aan de hand.

Maatschappelijk gezien is er echter wel wat aan de hand. Voor een gedeelte van de kijkers kan het namelijk stimulerend werken. Ook al zou dit maar voor een klein gedeelte het geval zijn, dan nog is het onacceptabel.
Er is echter nog een belangrijk punt. Dit betreft de gewenning aan geweld in bredere kring. Het kan leiden tot aanvaarding ervan als een normaal maatschappelijk gebeuren voor het oplossen van conflicten.
Als we dit afwijzen en er van overtuigd raken dat deze ontwikkeling een vreedzame samenleving in de weg kan staan, dan moeten we met de Kijkwijzer verder durven te gaan dan thans ermee wordt beoogd.
Informatie over de ingrediënten van een product is een goede zaak; nog beter is het om gelijktijdig te streven naar een maatschappelijk verantwoord product.

• Koos de Beus

hoofdmenu    inhoudsopgave    de werkgroep

Updated: 5 maart 2002