Limitering uren geweld op TV

Nieuwsbrief
TV-geweld
2004 nr. 1

naar hoofdmenu
terug naar vorige pagina

naar inhoudsopgave
info over de werkgroep
naar reactieformulier

In een brief aan de leden van de Tweede Kamer pleit de Werkgroep TV-geweld voor meer regelgeving en aanscherping van de 'Kijkwijzer' waarover de Tweede Kamer woensdag debatteert. Het aantal uren dat gewelddadige programma's mogen worden uitgezonden zou beperkt moeten worden.

Woensdag 18 februari 2004 debatteert de Tweede Kamer over de Kijkwijzer. De Werkgroep TV-geweld schreef daarom een brief aan de leden van de Kamer waarin zij pleit voor:

  • Nieuwe regelgeving die het aantal uren gewelddadige programma's dat mag worden uitgezonden aan banden legt.
  • De toevoeging van een 'respect'-pictogram aan de Kijkwijzer, dat wordt toegekend aan programma's die inspireren tot een respectvolle (dus o.a. geweldloze) omgang van mensen met elkaar.
  • Aanscherping van de criteria van de Kijkwijzer.
  • Doeltreffende controle op de juiste toepassing van de Kijkwijzer door omroepen, videobedrijven, filmproducenten en computerspelmakers.

De complete tekst van de brief:

Geachte dames en heren,

Ons kwam ter ore, dat bovengenoemd onderwerp voor uw vergadering van 18 februari a.s. op de agenda staat. De problematiek van TV-geweld en zijn invloed op mens en samenleving is daar nauw mee verbonden.

In de tachtiger jaren (onze landelijke werkgroep dateert van 1986) werd de mogelijk schadelijke invloed van TV-geweld nog niet algemeen onderkend. In de negentiger jaren veranderde dat.
Op grond van wetenschappelijk onderzoek is toen algemeen vastgesteld dat door TV-geweld kinderen en jeugdigen agressiever en minder sociaal kunnen worden. Bovendien kan het hen afstompen voor geweld, hen beangstigen en kunnen ze het gebruik van geweld als oplossing voor veel problemen gaan zien.

In dit licht zorgde de komst van de Kijkwijzer in 2001 voor een verbetering.
Ouders en andere opvoeders krijgen sindsdien informatie vooraf over bepaalde programma's.
Hiermee kunnen ze beoordelen of deze programma's voor de aan hun toevertrouwde kinderen schadelijk kunnen zijn. Wat dit betreft kan de Kijkwijzer een zekere mate van succes niet worden ontzegd.

Dit neemt niet weg dat er ook belangrijke tekortkomingen aan het licht zijn getreden t.w.:

  • ons gevoel worden veel gewelddadige programma's door de omroepen van een te lage leeftijdsklasse voorzien. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de omroepen aan het uitproberen zijn hoe ver zij kunnen gaan onder het regiem van de Kijkwijzer. Daarop wordt noch door het Nicam noch door het Commissariaat voor de Media adequaat gereageerd. De klachtenprocedure werkt wel maar maar duurt te lang. Wij menen dan ook dat er een instantie moet komen die onjuiste classificaties opspoort en direct kan ingrijpen.
  • de criteria die de Kijkwijzer aanlegt weegt de boodschap die een programma uitdraagt – of anders gezegd: de normen en waarden die het communiceert – te weinig mee. De voortdurend doorgegeven boodschap "met geweld los je alle problemen op" is voor de samenleving op de lange termijn funester dan veel bloed zien vloeien. Op dit punt zouden dus criteria aangescherpt en toegevoegd moeten worden.
  • andere tekortkoming is dat de Kijkwijzer alleen een negatief oordeel geeft, hij signaleert alleen gevaren. Veel ouders hebben daarnaast behoefte aan een positieve kwalificatie, ze willen ook weten welke programma's "goed" zijn voor hun kinderen. Wij stellen om te beginnen voor een extra "respect"-pictogram in te voeren dat toegekend wordt aan programma's die inspireren tot respectvolle, dus geweldloze, omgang van mensen met elkaar.
Waar wij bovenstaand gesproken hebben over "programma's" en "omroepen" zijn onze opmerkingen van overeenkomstige toepassing op video's en computerspellen resp. hun makers.

Een probleem waar de Kijkwijzer naar zijn aard niet aan tegemoet kan komen is dat voor veel kinderen en jeugdigen de Kijkwijzer helaas niet of nauwelijks werkt. Te denken valt daarbij aan probleemkinderen en kinderen en jeugdigen in gezinnen met grote moeilijkheden. Bovendien zijn er velen, die opgroeien in een sfeer, thuis, op school en op straat die ongunstige elementen bevat.

Hier raken we een maatschappelijk punt van zorg. Uit oogpunt van het bieden van tegenwicht aan het alsmaar toegenomen geweld in de samenleving, tot op school toe, is het bestaan van een classificatiesysteem niet genoeg.

Zoals gezegd worden vele kinderen en jeugdigen door de Kijkwijzer niet beschermd. Bovendien wordt er niet mee voorkomen, dat de bevolking als geheel, het beeld voorgeschoteld krijgt, dat geweld een normaal middel zou zijn om problemen op te lossen.
Televisie vormt een spiegel van de maatschappij, maar heeft er omgekeerd ook invloed op. Jong en oud raken gewend aan een cultuur met laagdrempelig geweldgebruik. Een potentiële geweldpleger kan daardoor minder remmingen ondervinden.

Er is dus niet alleen een classificatiesysteem nodig, maar ook dient de overmaat aan geweld op de buis aan banden te worden gelegd. Wij stellen daarom voor een regeling in het leven te roepen die een limiet stelt aan het aantal uren gewelddadige programma's dat uitgezonden mag worden.

Graag dringen we er bij u op aan, u sterk te maken voor een restrictief beleid ten aanzien van geweld op de TV.

hoofdmenu    inhoudsopgave    de werkgroep

Updated: 13 februari 2004