Suf van de computer

logo

Nieuwsbrief
TV-geweld
2005 nr. 2



In Trouw van 30 augustus 2005 verscheen een opmerkelijk artikel over kinderen en de computer van E. Schoorel en M. in 't Veld. Het betrof deze keer niet de vervelende bijverschijnselen die zich voordoen bij een (teveel aan) TV-kijken, maar de minder gewenste invloed van de computer op het ontluikende brein bij jonge kinderen. Het kwam er op neer dat een te vroeg gebruik van dit flitsende communicatiemiddel een belemmering is voor leerlingen van onder de 16 om later in staat te zijn tot formuleren en/of aandacht schenken aan de opmerkingen van de ander. De woorden en de begrippen uit de hen omringende wereld zijn deze kinderen ontgaan. Kortweg wordt gesteld dat beeldschermen in de basisschool niet thuis horen, terwijl het voortgezet onderwijs wel degelijk van het niet meer weg te denken informatiemiddel gebruik moet maken, maar ondergeschikt blijft aan de hulp die de leraar te bieden heeft. Vanaf 16 jaar weten de leerlingen kritischer omgaan met het medium en wordt de computer "een prachtig hulpmiddel" genoemd.

De schrijvers stippen het verschijnsel van de "bevroren blik"aan waar men kinderen na intensief computergebruik vaak op betrapt; het "speeltje" heeft bij hen iets merkwaardigs teweeg gebracht, ze zijn even weggezapt van de omringende wereld en het is maar de vraag of dit nu eigenlijk wenselijk is te noemen.
Nadrukkelijk wordt gesteld dat het kind doorgaans beter af is door zich te blijven thuisvoelen tussen de levende mensen van vlees en bloed om zich heen. Ieder weet immers hoe belangrijk in ons schoolgaand bestaan de bevlogen leraar voor ons kon zijn of de sprankelende betogen van een geschiedenislerares die ons deed besluiten ook dit vak te kiezen.
Hoewel we de computer geen direct zichtbaar geweld ten laste kunnen leggen zoals TV-geweld, zet het ongebreideld gebruik ervan ons tot nadenken. Het artikel spreekt van sluipend geweld. En de schrijvers stellen zich de vraag hoe iemand die alleen het zappen kent, nog in staat is diepergravende kennis tot zich te nemen..
"Communicatie via sms, msn en e-mail verarmt ons taalgebruik.", is de niet mis te verstane conclusie.

Met de meest verstrekkende technieken van ict werkt men onophoudelijk verder aan de schepping van een rusteloos uitdijende gloednieuwe wereld. Verdwijnen hiermee de vertrouwde stemmen, gebaren en zintuiglijke contacten?
Hij is niet meer weg te denken uit kantoren, scholen en huiskamers, dit efficiente computermeubel. Zal de mens hem de baas blijven en mogen we rekenen op het gezond verstand van kinderen en hun natuurlijke behoefte aan echte "speel"ruimte? Mijn vertrouwen in het ethisch raderwerk achter de computer is niet zo groot; tegelijk verwacht ik dat de technici nog een dobber zullen hebben aan de nuchtere inventiviteit van de aanstormende "nieuwe jongeren".

"Zonder computer wordt school suf en ouderwets."

Natuurlijk kon een reactie niet uitblijven. In Trouw van 6 september kwam deze dan ook vanuit de stichting Kennisnet die als doel heeft het gebruik van de computer te stimuleren. De schrijvers van Hasselt en Schouwenburg hebben (vanzelfsprekend) geen goed woord over voor de opinie van In 't Veld en Schoorel . Ze zijn ervan overtuigd dat computerspelletjes bij kinderen intellectuele vaardigheden ontwikkelen "waarvan men op scholen nog nauwelijks weet heeft". En men constateert dat docenten niet voldoende bedreven zijn om de mogelijkheden van ict te beoordelen. Erger nog: "de kloof tussen leerling en docent groeit zelfs". Wordt dit onplezierige effect nu werkelijk door de stichting nagestreefd? Dat kunnen we haast niet geloven. Toch lijkt het er bijna op dat dit verschijnsel de auteurs niet onwelgevallig is, zij het dat hun artikel afsluit met de vaststelling dat de computer een onmisbaar hulpmiddel is bij het onderwijs. De goeie ouwe schoolmeester mag misschien nog even blijven.

Miep Schreijers