Televisiegeweld en angst van kinderen

logo

Nieuwsbrief
TV-geweld
2006 nr. 1



Onderzoek door Elena Hradiskà, Ph.D. Associate Professor van toegepaste psychologie van het Instituut voor Toegepaste Psychologie van de faculteit sociale en economische wetenschappen van de Comenius Universiteit van Bratislava.

In dit onderzoek werden 560 kinderen in de leeftijd van 10-14 jaar gevraagd of ze angst en vrees ervaren hebben veroorzaakt door televisieprogramma’s. Tachtig procent van de kinderen antwoordden hierop bevestigend.
Vervolgens werden d.m.v. psychologische tests de niveau’s van angst en vrees vastgesteld.
Wij ontdekten dat kinderen die meer geneigd zijn tot angst en vrees (d.w.z vaker angstig zijn) meer vrees bemerkten tijdens het kijken van tv programma's. Vijftig procent van deze kinderen klaagden over terugkerende nachtmerries vergezeld gaande van angtige voorgevoelens over het in werkelijkheid slachtoffer worden van een vorm van geweld.
Een vierde van de hele groep kinderen rapporteerden spontaan nachtmerrries veroorzaakt door televisieprogramma’s die angstopwekkende ervaringen bevatten.


De rol van de sociale omgeving
Volgens onze bevindingen had een derde van de kinderen ervaring met geweld en agressief gedrag in de werkelijkheid, vooral op straat in grote stadsgebieden.
Verder zeiden 42% van de jongens en 16% van de meisjes dat zij betrokken waren geweest bij vechtstrategieën en technieken die zij imiteerden van tv programma’s en films.

Het feit dat kinderen angstig of van streek raken tijdens of na het het kijken van tv-programma’s is tot op zekere hoogte de uitkomst van de afwezigheid bij de ouders van een actieve interesse in het kijkgedrag van hun kinderen. Volgens de kinderen trachtten hun ouders slechts minimaal te reguleren wat passende bij hun leeftijd was. Dit gold ook voor videotapes. De kinderen keken vaak met toestemming en sommige kinderen keken niet terwijl ze toestemming hadden om zichzelf te behoeden voor vrees, angst of bezorgdheid.

De serie de X Files hielp ons een duidelijker beeld te krijgen over de schadelijkheid van tv materiaal omdat hierbij veel zaken ambivalent blijven en niet opgelost. Kinderen van 10-14 zijn nog niet in staat om de bovennatuurlijke fenomenen te begrijpen en vaak kwamen deze in hun dromen terug.

Wat is de oplossing?
In de eerste plaats kan gedacht worden aan het oproepen of zelfs verplichten tot het minder uitzenden van angstig makende programma's. Minstens even belangrijk is evenwel werken aan een goede media-opvoeding van de kinderen.

De kinderen in dit onderzoek beaamden 'redelijk zware kijkers' te zijn met bijna drie uur per dag. Als het niet lukt om belangstelling te wekken voor andere vormen van vrijetijdbesteding, is het nog altijd mogelijk hulp te bieden bij het kiezen van de programma's en het verwerken ervan.

Het verklaren van duistere en ambivalente zaken tijdens of na het kijken en een duidelijke stellingname ten opzichte van de media kunnen sterke wapens zijn in het temperen en vormen van emoties en ervaringen bij kinderen. Mits goed begeleid kunnen zelfs angstveroorzakende ervaringen tijdens het kijken van een detective omgevormd worden tot een plezierige spanning beleefd in de veilige en beschermende aanwezigheid van ouders.

Een uitgebreidere samenvatting is te vinden in Newsletter 2005 nr. 2 van The International Clearinghouse on Children, Youth and Media.