Kijkwijzer reageert

logo

Nieuwsbrief
TV-geweld
2006 nr. 1



In de Nieuwsbrief TV-geweld van november 2005 stond een verslag van de activiteiten van de Kring van Kritische Kijkers met in de laatste alinea enkele kanttekeningen bij de Kijkwijzer. Margo de Waal van de Kijkwijzer (Nicam) stuurde ons een reactie, die we onderstaand weergeven. Ons commentaar vindt u in een naschrift.

Is het juist om tekenfilms/animaties nooit van een hoger label dan ‘6 jaar’ te voorzien? Met moderne technieken worden ze wel heel suggestief.
Veel tekenfilms krijgen inderdaad de classificatie 6 jaar. Het is echter zeker niet de hoogst mogelijke classificatie voor tekenfilms: Op het gebied van geweld en angst kunnen tekenfilms/animaties maximaal 12 jaar krijgen. Wanneer in een tekenfilm elementen voorkomen die in bijv. een ‘live action’ speelfilm tot 16 zouden leiden, dan krijgt deze tekenfilm 12 jaar. Bij geweld gaat het dan bijvoorbeeld om uitvoerbaar, indringend geweld dat ernstige verwondingen tot gevolg heeft.
Op het gebied van seks is er geen verschil in de 'sleutel' van animatie ten opzichte van live action producties. Elementen die tot 16 leiden wanneer het een film betreft met mensen van vlees en bloed, bijv. seksuele handelingen waarbij genitaliën zijn te zien, zorgen ook bij een tekenfilm tot een classificatie van 16 jaar.
Ook discriminatie krijgt dezelfde classificatie in tekenfilms als in 'live action', nml. 12 jaar, wanneer de discriminatie niet expliciet wordt afgeraden en ook niet wordt verricht door een antiheld in een comedy (bijv Basil uit Fawlty Towers).
Wanneer drugs- en alcoholmisbruik in tekenfilms voorkomt, leidt dit tot de classificatie 12 jaar, tenzij het expliciet wordt afgeraden.

Dient dreigen met geweld niet in één adem met geweld te worden genoemd als criterium bij de codering van fictieve programma’s?
Tijdens recente vergaderingen van de Wetenschapscommissie van het NICAM, die de vragenlijst heeft ontwikkeld, is een nieuwe vraag ontworpen over dreiging met geweld. In de volgende versie van de vragenlijst zal dreiging met geweld dus van een classificatie worden voorzien.

Een belangrijk criterium bij de codering is die van ‘ernstige verwondingen’. Die moeten dan wel te zien zijn. Gaat dit niet voorbij aan beelden van b.v. het opblazen van voertuigen met mensen erin? Een nog niet afgestompte kijker heeft maar weinig fantasie nodig om ‘te zien’ wat daar gebeurt.
De vraag over ernstige verwondingen is juist opgenomen in de vragenlijst met het oog op mogelijke ‘afstompingseffecten’. De afstomping, een schadelijk effect, vindt echter plaats door het kijken naar gruwelijke beelden, waarvan een nog niet afgestompte kijker zal schrikken. Wanneer er geen gruwelijke beelden te zien zijn, zal een niet afgestompte kijker niet afstompen, is de redenering.

Ik hoop dat u iets aan deze toelichting heeft. Ik vond het erg interessant om het verslag van de Kring te lezen!

Naschrift

De Werkgroep TV-geweld is blij met de reactie van het NICAM. Heuglijk is het feit dat er een nieuwe vraag over dreigen met geweld ontworpen is, die in de volgende versie van de vragenlijst opgenomen zal worden.

Binnen onze Werkgroep is de discussie over de Kijkwijzer ook verder gegaan en nog steeds aan de gang. We vragen ons af hoe het komt dat de leeftijdsclassificatie volgens de Kijkwijzer systematisch lager uitvalt dan het eigen oordeel van de Kring van Kritische Kijkers. Het is niet zo dat we gevonden hebben dat de codeurs van de omroepen de Kijkwijzer verkeerd toepassen, in tegendeel we constateerden dat de toegekende classificaties in het algemeen juist of tenminste verklaarbaar waren. Het verschil zit veeleer in de elementen die de Kijkwijzer niet en wij wel hebben meegenomen. Dat betreft niet alleen de kanttekeningen gemaakt in de vorige Nieuwsbrief. Veel fundamenteler is dat de Kijkwijzer te weinig aandacht schenkt aan de boodschap die door een bepaald programma wordt overgebracht. Thans vormt de gruwelijkheid van de getoonde beelden de belangrijkste maatstaf, terwijl het toch groot verschil maakt of het getoonde geweld wordt verheerlijkt of juist afgewezen.

Verder denkend over de schadelijke boodschappen die worden overgebracht zoals “met geweld los je snel en eenvoudig alle problemen op” en “je bent stoer als je om het minste geringste iemand op z’n gezicht slaat”, komen we op een punt waar de Kijkwijzer wel tekort moet schieten. Het is immers een systeem dat individuele producties beoordeelt. Het effect van de nimmer eindigende stroom gewelddadige fictie, van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat, van tekenfilm tot reality show, wordt niet meegenomen. Toch moet worden verondersteld dat het juist dit erin hameren is dat het gedrag van jongeren vormt en zich verder blijft uiten als ze volwassen zijn.

We denken dan ook dat niet volstaan kan worden met aanpassing van de Kijkwijzer. De overheid zal paal en perk moeten stellen aan het aantal uren gewelddadige programma’s dat uitgezonden mag worden. Een goede eerste maatregel zou zijn het volledig verbieden van het uitzenden van gewelddadige programma’s voor 7 of 8 uur ’s avonds. Dat zou het ook (werkende) ouders wat gemakkelijker maken zicht te houden op het kijkgedrag van hun kinderen. Een bijkomend voordeel zou zijn dat er een grote vraag ontstaat naar spannende geweldloze programma’s. Die zijn misschien wat duurder, maar ze zijn er wel en kunnen zeker gemaakt worden.

Chris Geerse