Media-educatie taak voor onderwijs en media |
TV-geweld 2000 nr. 2
hoofdmenu
inhoudsopgavede werkgroepuw reactie |
Jongeren die elkaar neersteken, een meisje dat onder de tram wordt geduwd. Gebeurtenissen in Amsterdam die het niews halen. Doodgewone ruzies, eindigden met twee doden. Voetbalsupporters die elkaar neersteken, roept vooral nieuw geweld op. Extreem geweld en extreme oplossingen lijken in de huidige maatschappij gewoon te zijn geworden.
Er is helaas geen eenduidige oorzaak en ook geen eenduidige oplossing voor. Sommigen zoeken de oorzaak op TV. De realiteit op TV zou dan het voorbeeld zijn voor de dagelijkse werkelijkheid. Jerry Springer is zo'n TV-programma waarin je ziet hoe je met conflicten om kunt gaan. Zo zou jij het ook kunnen en misschien zelfs ook moeten doen, wil je als winnaar uit de strijd komen! Voorjaar 2000 werd een hoorzitting over media-educatie gehouden door de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport van het Europees parlement en het Comite cultuur en onderwijs van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa te Brussel. Vertegenwoordigers uit verschillende Europese landen hielden bevlogen betogen over media-educatie. Opvallend was het dat niemand een pleidooi hield voor het invoeren van decoders, het afschermen van Internetsites, het verbieden of bescherem van tere kinderzielen. Ook uit praktisch oogpunt is het onhaalbaar, omdat de moderne technologie steeds nieuwe wegen en mogelijkheden biedt die niet af te schermen of te verbieden zijn. Morgen is er weer een nieuwe Internetsite of ander TV-format. De sprekers richtten hun aanbevelingen op zowel leerlingen als docenten. Neem media-educatie structureel op in het onderwijs, niet als apart vak, maar als onderdeel in alle vakken, zodat alle leerlingen bereikt worden. Dat betekent dat in de lessen gebruik wordt gemaakt van media (ICT, beeld en geluid) en dat leerlingen daar kritisch mee leren omgaan. De andere aanbeveling richtte zich op het invoeren van media-educatie in het curriculum van leraren opleidingen. Zodat docenten de media als didactisch middel kunnen inzetten en leerlingen kunnen begeleiden in het ontwikkelen van kritisch media gedrag. Maar is media-educatie alleen een taak van het onderwijs? Ook de media zelf kunnen hierbij een rol vervullen. Er bestaat een afstand tussen producent en consument, tussen maker en kijker, tussen journalist en lezer, tussen radioprogrammamaker en luisteraar, tussen provider en Internetgebruiker. Media-educatie kan die afstand verkleinen. Wanneer in het onderwijs meer aandacht besteed wordt aan de mediaproducenten, kunnen de media toenadering zoeken tot de mediaconsumenten. Daarmee wordt de werkelijkheid van de media belicht. STOA heeft het initiatief genomen tot het organiseren van een Dag van de Media op 13 maart 2001, waarop jongeren een dag meedraaien met verschillende media (TV, krant, radio, Internet) zodat ze zien en ervaren hoe de media hun eigen werkelijkheid creeeren. Helaas hebben we hier geen Jerry Springer, anders had een jongerenredactie zelf kunnen meemaken, hoe het programma totstand komt. Hoe personen en onderwerpen geselecteerd worden, hoe keuzes worden gemaakt, welke manipulaties er plaats vinden en welke invloed de cameramontage heeft. Waarom het publiek opgehitst wordt en waarom conflicten aangescherpt worden. De jongeren zullen wellicht achteraf zeggen: 'Zelf doen is leuker dan toeschouwer'. Door zelf te ervaren hoe verschillende media werken en aan welke voorwaarden voldaan moet worden (bijvoorbeeld: kijkcijfers!), leren jongeren waarom de televisie realiteit een andere is dan de dagelijkse werkelijkheid en dat dat ook betekent dat de televisiewerkelijkheid niet zomaar op straat toe te passen is, omdat daar nog steeds andere regels en omgangsvormen gelden. Media-educatie de oplossing voor geweld op straat? Was het maar zo simpel.
Ad van Dam
projectleider media-educatie bij STOA, Stichting Omroep en Allochtonen. |
|
hoofdmenu inhoudsopgave de werkgroep Updated: 16 december 2000 |