De beoordeling van televisiegeweld is een kwestie van beschaving

Nieuwsbrief
TV-geweld
2002 nr. 2

naar hoofdmenu naar inhoudsopgave info over de werkgroep naar reactieformulier

(Een voorafgaand gedeelte over kinderopvang is weggelaten.)

Inmiddels is er een andere publieke discussie losgebarsten met een even voorspelbaar verloop. Uit Amerikaans onderzoek zou zijn gebleken dat gewelddadige tv-programma’s kinderen agressief maken. Deze keer vormt een andere vrouwelijke hoogleraar het middelpunt van de mediabelangstelling: dr. Patti Valkenburg. Ze noemt het Amerikaanse onderzoek nogal simplistisch maar voegt er in één adem aan toe dat er zeer voortreffelijke research is die precies hetzelfde aantoont: naar tv-geweld kijken doet kinderen geen goed. Velen kunnen daar angstig en agressief van worden.

Natuurlijk zijn de onderzoekers onderling verdeeld. Wat is de invloed van het sociaal milieu, op welke leeftijd is de invloed van het tv-geweld het grootst, hoeveel uur moeten kinderen zijn blootgesteld aan dergelijke programma's om een ander gedrag te gaan vertonen, et cetera. Er blijken richtingen in de wetenschap te zijn die zweren bij experimenten terwijl andere onderzoekers daarin niets zien; men verkettert elkaar onderling en men komt in deze kwestie tot volkomen verschillende conclusies. Met andere woorden: wie als ouder wil weten wat hij moet doen. komt net als in het geval van de crèchekinderen geen stap verder als hij of zij deze wetenschappelijke kakofonie op zich laat inwerken.

Maar precies als bij de discussie over de crèches zoeken ouders ook nu bij deskundigen naar een antwoord. Dr. Valkenburg meldt het met berusting: ze krijgt al jarenlang van ouders vragen voorgelegd die die ouders zelf kunnen beantwoorden. Hoe lang mag een peuter van anderhalf jaar televisie kijken? Moet je een meisje van twaalf jaar een gruwelijke horrorfilm laten kijken? En vooral de algemene vraag: kan tv-geweld echt kwaad?

In de Volkskrant geeft Peter Giesen zijn mening over het Amerikaanse onderzoek naar geweld op televisie. Hij begint heel mooi met uit het leven gegrepen ervaringen. Zoontje Bram (elf jaar) heeft evenals zijn tweelingbroertje Tim een favoriet programma.]ack-ass op MTV: er wordt een omelet van braaksel verorberd, een man in een schuimrubberpak wordt met ijshockeypucks beschoten en jongens gaan genadeloos hard onderuit op hun BMX-fietsjes. Op zolder luisteren ze graag naar hardcore, bijvoorbeeld van zanger Fred Durst: '1 wanna fuck you like an animal'.

Giesen is er ongelukkig mee maar wat te doen? Ook hij bezoekt Patti Valkenburg en krijgt allerlei genuanceerde meningen te horen: inderdaad, de televisie is maar één factor naast vele andere, en in ieder geval is het goed als ouders deze programma's van gepast commentaar voorzien. Kinderen moeten niet het gevoel hebben dat het normaal is wat ze allemaal krijgen voorgeschoteld.

Wat in alle artikelen over deze kwestie opvalt, is de afkeer van overheidsinterventie, van 'censuur' in het algemeen. Daarvoor zijn goede redenen, maar ze beletten individuele ouders niet om in huis wel degelijk 'censuur' toe te passen.

Nu is het niet mijn bedoeling om hier de 'zedenmeester' uit te hangen, laat staan de 'fatsoensrakker' - want dat zijn zoal de verwijten die je in dergelijke discussies meteen paar je hoofd kunt krijgen. Mij houdt vooral de vraag bezig waarom mensen zich in opvoedingskwesties zo hulpeloos opstellen.

Eén reden is machteloosheid. Televisie is een mooi ding maar ook een tiran die zich in onze huiskamers heeft gevestigd en daar de lakens wil uitdelen. Die machteloosheid kan ik navoelen. Wat ik minder kan begrijpen is de vraag naar 'wat kwaad kan doen'.

Kennelijk missen veel mensen vaste maatstaven. De moraal die voorheen strikte grenzen trok en de beschaving die vanzelfsprekende conventies vastlegde, zijn uitgehold. Nu alles 'bespreekbaar' is geworden, heeft onzekerheid toegeslagen en moet een gang naar wetenschappelijke deskundigen of professionele hulpverleners uitkomst bieden.

Het kan soms nodig zijn. Maar de kernvraag wordt niet beantwoord. Het gaat er niet om te vernemen of iets 'kwaad kan doen' maar of wij dat iets als een kwaad beschouwen. Wat het gedragseffect ook mag zijn, een smerig tv-programma blijft een smerig tv-programma.

Uit: Trouw 12-4-2002 (J.A.A. van Doorn)

hoofdmenu    inhoudsopgave    de werkgroep

Updated: 1 mei 2002