Geweld en onze opinie

Nieuwsbrief
TV-geweld
2003 nr. 2

naar hoofdmenu terug naar vorige pagina

naar inhoudsopgave info over de werkgroep naar reactieformulier

Als columnist maak je nog wel eens wat bijzondere dingen mee. Zo zat ik op zaterdagavond op mijn eigen bank de zaterdagkrant te lezen met de hond op mijn voeten en de haard aan, toen mijn partner hardop de recensie van een televisieserie begon op te lezen. Dit betekent meestal dat zij in het doornemen van andere delen van diezelfde krant gestuit is op iets van potentieel gezamenlijke interesse. De Amerikaanse politieserie werd geprezen om de actuele inhoud en de goede acteerprestaties. Niet ontoevallig konden wij diezelfde avond om elf uur een aflevering zien. Wij besloten het concert tijdig uit te zetten, de hond zijn rondje scentscape te gunnen en te kijken wat men voor ons in petto had.

Het verhaal betrof een meneer en zijn dochter die vermoord bleken te zijn door iemand. De vraag was wie. Even leek het een vriendin van de familie te wezen, maar al snel bleek dat mevrouw (type tweede vrouw / stiefmoeder / jonger / tikje wild) waarschijnlijk de dader was. De politie gaat op zoek naar deze gevaarlijke mevrouw. Zij blijkt een gefrustreerde Canadese te zijn, die de eerste vrouw van meneer ook al met een auto op een zebrapad doodreed en toen de treurende weduwnaar inpalmde. Heel slecht type dus. In het verhaal ontspint zich een discussie tussen de good guys, onze politie rechercheurs en de Canadese consul in verband met verdachtes uitlevering, nadat zij gevlucht is naar haar thuisgebied. Zij moet namelijk berecht worden voor drie moorden en daarbij hoort de doodstraf. Zij is zo slecht dat de aardige, mooie types good guys and especially lady, vinden dat de doodstraf de enig juiste strafeis is in dit geval. De Canadese consul wordt als een intellectualistische sukkel geportretteerd, die meldt dat zijn regering geen verdachten uitlevert die, om wat voor reden dan ook, ter dood gebracht zullen worden door de overheid. Zijn standpunt wordt belicht als van een zeldzame achterlijkheid, een gefrustreerde behoefte aan dwarsliggen, een onbegrijpelijk tegenwerken van de juiste rechtspleging. Ik viel zowat van de bank. Op de Nederlandse televisie, door een zich socialistisch achtende omroepvereniging uitgezonden, was een staaltje onbeschaamde, ongenuanceerde, volstrekt verwerpelijke meningsbeïnvloeding te zien, waarin de door de staat teweeggebrachte dood van een burger (van een andere staat) als de meest normale, en de meest wenselijke zaak werd geportretteerd.

Alhoewel het zaterdagavond laat was besefte ik dat hier iets extreems gebeurd was. Via het zogenaamde amusement werd een fundamenteel waarde-oordeel onze huiskamer binnen gesmokkeld, als het ware reclame: dat het justitieel doden geoorloofd, wenselijk en goed zou zijn. Aan het slot zeiden de helden: "Misschien moeten we maar een bord bij de grens neerzetten: 'enter at your own risk'." Het klonk onwaarachtig waar in mijn oren.

Sinds ik de taak op mij nam een drietal kinderen op te voeden ben ik van mening geweest dat geweld op televisie op de een of andere manier zijn weerklank vindt in de samenleving. De kinderen keken naar programma's waarin de held door middel van geweld het probleem of de toestand tot een goed eind bracht. Veel gepraat van onze kant om de kinderen erop te wijzen dat de werkelijkheid niet zo in elkaar zit, of hoort te zitten.

De morele rechtvaardiging van de doodstraf wordt nu ook onze huiskamer ingebracht, terwijl onze voorouders zeer terecht, 130 jaar geleden, besloten hadden dat op morele gronden niet meer te doen.
U begrijpt uw columnist werd even hard door de werkelijkheid overvallen, zo op de zaterdagavond thuis voor de haard, door het besef dat onze mening (on)subtiel bewerkt wordt, dat wij waarden hebben die wij bewaken moeten en dat de media: boeken, tijdschriften, radio en televisie, in toenemende orde van belang, van ons eisen dat wij ons eigen standpunt innemen. Wij maken geen andere mensen dood. Mensen die andere mensen gedood hebben, sluiten wij op, zodat zij dat niet weer kunnen doen. Als er achteraf sprake blijkt te zijn van een vergissing / misverstand / misleiding, dan kunnen we het rechtzetten; maar wij maken geen medemensen dood. Het is een onoverbrugbare paradox dat wij dat vinden, terwijl het machtigste rijk ter wereld momenteel vindt dat het doden van medemensen wel geoorloofd is. In de binaire visie van goed en kwaad
plaatst dat ons in een positie, waarin duidelijke stellingname de enige weg is.

Uw columnist is een arts die menselijke communicatie graag zonder geweld ziet plaatsvinden. Hij voelt zich betrokken bij de gezondheidszorg in arme landen en beoefent een specialisme dat de ge. volgen van de activiteiten van andere artsen probeert te verzachten.

Marten van Wijhe (Uit: Nieuwsbrief NVMP/AVV herfst 2003)

hoofdmenu    inhoudsopgave    de werkgroep

Updated: 13 november 2003