Speelgoedwinkelier doet gewelddadige games in de ban

Het is anno 2003 nauwelijks voor te stellen in Nederland: een eigenaar van een speelgoedzaak die om principiële redenen stopt met de verkoop van spelcomputers en games. Toch kopen eigenaar Hans van de Pol van Top 1 Toys in Elburg en zijn zoon Guus voortaan geen PlayStations, Nintendo's en X-boxen meer in. Ook geen bijbehorende spelletjes of overige accessoires. "Ik kap ermee: kinderen verdienen beter. Al dat zinloze geweld! En dat terwijl er veel mooier speelgoed te krijgen is", stelt Van de Pol die daarmee zijn nek uitsteekt.

Dus geen Grand Theft Auto 3 of Resident Evil, om maar eens wat te noemen, in de schappen van Beekstraat 14 te Elburg. Als directe aanleiding voor zijn anti-PlayStation houding noemt de eigenaar van 'kinderparadijs' zijn eigen kleinzoon van zeven jaar."Dat kleine mannetje heeft geen kleine gameboy of iets dergelijks, maar een spel op een grote computer. Dan zit ie daar in z'n kamertje en als ik dan binnenkom en 'hallo jongen' tegen 'm zeg, groet ie niet eens terug. Urenlang zit hij naar dat scherm te staren, begrijp je? Dat doen dus meer kinderen, ze kruipen als het ware in die beeldbuis, en ze zijn volledig afgesloten van de buitenwereld."

Ontwikkeling

Echtgenote Hannie vult aan: "Die spelletjes dragen niks bij aan de algemene ontwikkeling. Ik vind ze allemaal zo gewelddadig, is dat nou nodig? In sommige spellen vloeit bloed en worden personages doodgeslagen of -geschoten. Trouwens, je ziet op televisie ook niets anders."

Van de Pol: "En daarom heb ik besloten geen spelletjes meer in huis te halen. Een kind hoort niet constant met geweld geconfronteerd te worden. Er is in deze wereld al ellende genoeg!"

Sinds april bestieren Hans, Hannie en zoon Guus van de Pol de speelgoedzaak in EIburg. Daarvoor zat Van de Pol in de woninginrichting. "Toen ik met Top 1 Toys startte, verkochten we die spelletjes nog wel. Maar ik ben al een tijdje geleden gestopt met bestellen." Het 'metertje' computergames dat er nu nog staat, wordt vooral gedomineerd door felle oranje uitverkoopstickertjes. "Daar stop ik binnenkort ook mee: vandaag of morgen stuur ik de laatste doosjes terug naar de fabrikant."

Van de Pol is niet bang veel omzet te verliezen. "Mijn klandizie houd ik wel", verwacht hij. "Ik merk dat veel mensen nog steeds stapel zijn op bijvoorbeeld de klassieke gezelschapsspellen, Meccanodozen, speelgoedtreintjes, poppenhuizen en Lego. Mensen worden zich steeds meer bewust van de kwaliteit van dat speelgoed. Ik heb hier 6000 artikelen staan. Ja, die spelcomputers kan ik missen als kiespijn!"

"Kijk", vat Hans van de Pol zijn actie samen, "ik ben nu 57 jaar .Als ik kijk hoe ik vroeger mijn jeugd doorbracht en wat die kinderen nu allemaal doen, is dat een heel groot verschil. Ook Guus en ik lagen met onze buik op de grond op een kleed met Lego te spelen. Begrijp me goed, kinderen mogen van mij gerust een computerspelletje spelen, ik heb geen anti-houding. Maar ze moeten ook met hun neus de wind in: gewoonlekker buiten spelen."

Het Nederlands instituut voor de classificatie van audiovisuele media (Nicam), bekend van de zogenaamde Kijkwijzer waarbij de tv-, video-, en filmkijker in één oogopslag ziet of de inhoud van het gebodene schadelijk kan zijn voor kinderen, reageert begripvol op de actie van de Elburgse speelgoedwinkelier. Woord voerster Katinka Moonen:, "Ja, ik begrijp het wel. Maar ik kan meneer Van de Pol geruststellen; er komt speciaal voor computerspelletjes een Europees classificatiesysteem waar ook de Nederlandse game-industrie aan meewerkt." Op de verpakking geeft deze zogenaamde Pan-European Game Information (PEGI) aan of een spel geschikt is voor personen boven de 3 + ,7, 12,16, of 18 jaar ."Ook komen er duidelijke pictogrammen op de dozen te staan die de inhoud van de programma's nader zullen toelichten. U kunt ze vanaf april in de winkels verwachten."

Uit: De Telegraaf 6-2-2003 (Erik Morsink)